Er is nog geen akkoord over een gezamenlijk steunpakket van de eurolanden om de coronacrisis te bestrijden. Nederland en Italië blijven het fundamenteel oneens.

Minister Wopke Hoekstra van Financiën is principieel tegen de inzet van eurobonds, waarbij eurolanden gezamenlijk leningen uitgeven.

Italië wil geld uit het noodfonds ESM halen, zonder voorwaarden.

De ministers van Financiën van de eurolanden (Eurogroep) hebben hun onderhandelingen over een injectie van 540 miljard euro in de Europese economie vanwege de coronacrisis opgeschort.

Na een videoconferentie die dinsdagmiddag om 16.00 uur begon en de hele nacht doorging, bleken vooral Nederland en Italië niet te willen wijken van hun posities over euro-obligaties en het Europese noodfonds ESM.

Het overleg wordt donderdag voortgezet, aldus Eurogroepvoorzitter Mario Centeno.

Volgens ingewijden geven minister Wopke Hoekstra en de Italiaan Roberto Gualtieri elk geen duimbreed toe op twee hoofdpunten, het Europees noodfonds ESM en eurobonds.

Rome wil per se dat in de tekst naar de mogelijkheid van de uitgifte van euro-obligaties wordt verwezen om de onvermijdelijke recessie te boven te komen.

Minister Hoekstra denkt dat "het echt moet lukken" om een akkoord tussen de eurolanden te kunnen bereiken over een "zwaar pakket" Europese steunmaatregelen om de klap van de coronacrisis op te vangen.

"Maar voor mij is het helder dat euro-obligaties er niet komen", zei Hoekstra na afloop van het 16 uur durende overleg.

Desondanks noemt de CDA-bewindsman het overleg vruchtbaar. "Op een aantal onderwerpen zijn we heel ver gekomen", zei hij. Hoekstra sluit niet uit dat de onderhandelingen nog langer gaan duren omdat het over "grote onderwerpen" en miljardenbedragen gaat.

Hoekstra weigert mee te werken aan eurobonds

Nederland is faliekant tegen het uitgeven van gezamenlijke schuld. Ook over het inzetten van 240 miljard euro aan kredietlijnen van het Europees noodfonds ESM raken ze het niet eens.

Hoekstra wil daar gefaseerd voorwaarden aan verbinden, waar Rome dan weer fel tegen is. De Nederlandse minister van Financiën wordt hierin gesteund door Oostenrijk en Finland.

De coronacrisis zorgt voor stevige spanningen binnen de eurozone. Zwaar getroffen landen zoals Italië en Spanje doen een beroep op Europese solidariteit, maar Nederland wil geen acties ondernemen waarbij kredietwaardigheid van de Nederlandse staat permanent wordt ‘uitgeleend’ aan Zuid-Europese landen.

Nederland heeft als goedmakertje voor eerdere strubbelingen met Zuid-Europese landen voorgesteld om een Europees liefdadigheidsfonds op te richten. Daar wil het kabinet van Mark Rutte zelf 1 miljard euro in stoppen. Maar dat biedt geen oplossing voor een bredere aanpak.

Noodfonds ESM en gezamenlijke leningen van eurolanden

Voor een breder pakket zijn er twee opties: het noodfonds ESM en de gezamenlijke uitgifte van schulden via zogenoemde eurobonds.

Via het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) is er al een gezamenlijk noodfonds dat namens de eurolanden leningen kan uitgeven. Daar is in de praktijk 410 miljard euro beschikbaar en dat kan worden uitgebreid.

Punt van discussie hier is dat Zuid-Europese landen als Italië en Spanje de middelen van het ESM zonder verdere voorwaarden willen inzetten. Nederland heeft daar z’n bedenkingen bij, als er bijvoorbeeld geen afspraken worden gemaakt over hoe landen hun begroting op de langere termijn op orde gaan krijgen.

Belangrijkste twistappel is de inzet van zogenoemde eurobonds. Hier gaat het om de uitgifte van gemeenschappelijk schuldpapier door de eurolanden.

Onder meer Italië, Spanje en Frankrijk willen die kant op. De belangrijkste vraag hierbij is: onder wat voor condities geef je dat gemeenschappelijke schuldpapier uit.

De variant waar Zuid-Europese landen voor pleiten, gaat uit van gemeenschappelijke dekking door alle eurolanden. In de praktijk betekent dit dat financieel solide landen als Nederland en Duitsland hun kredietwaardigheid uitlenen aan landen als Italië en Spanje. Die landen kunnen dan relatief goedkoop lenen, terwijl Nederland duurder uit is dan als het zelfstandig leent op de kapitaalmarkt.

Hier speelt ook een groot politiek probleem: de eurozone is geen politieke unie, maar een club van landen die verregaand samenwerken. Bij de uitgifte van eurobonds hoort eigenlijk ook verregaande politieke controle: als Italië gebruikmaakt van de kredietwaardigheid van Nederland, zou Nederland eigenlijk ook direct moeten kunnen meebeslissen over de Italiaanse begroting.

Lees meer over de coronacrisis: